0

Melding bij het onafhankelijke Meldpunt burnpits

Sinds 22 november 2018 vraagt het Meldpunt burnpits om informatie en erkenning voor slachtoffers van burnpits. Het Meldpunt burnpits deelt informatie, bundelt kennis en verleent juridische bijstand verleend. Het is een collectief waarbinnen zich slachtoffers hebben verenigd en militairen informatie over burnpits delen. Zo staan zij sterk en zo geeft het Meldpunt burnpits Defensie richting. Daarmee heeft burnpit.nl de problematiek rondom burnpits op de politieke agenda gekregen en erkenning dichterbij gebracht. Daaruit blijkt al dat een collectief sterk is door kennis, onderzoek en juridische bijstand!

Het collectief dat zich bij het Meldpunt burnpits heeft verenigd heeft in korte tijd aandacht gevraagd en gekregen voor burnpits. Dat kon omdat slachtoffers en collega’s massaal informatie hebben gedeeld. Op die manier heeft het Meldpunt burnpits de ontkenningen door de Minister van Defensie getrotseerd en burnpits boven aan op de politieke agenda gekregen.

Maar ze zijn er nog niet. Sterker nog: het collectief is nog maar net begonnen. Met de vele meldingen wil het collectief geneeskundig onderzoek laten uitvoeren, buiten de gezondheidsorganisatie van Defensie. Waarom? Omdat het Meldpunt burnpits Defensie geen invloed wil laten uitoefenen op de uitkomst en de duur van zo’n onderzoek. Het Meldpunt burnpits wil geen tweede slepend  Chroom-6 dossier.

Meld u aan bij het onafhankelijke Meldpunt burnpits

 

Vertrouwelijkheid voorop

Dagelijks komen er tientallen meldingen binnen van slachtoffers, maar ook van (actief) dienende militairen. Deze meldingen zijn van belang voor het onderzoek. Veel melders maken duidelijk dat zij geen of weinig vertrouwen in Defensie hebben en daarom niet willen dat hun identiteit bij Defensie bekend wordt. Dat wordt gerespecteerd.

Meldingen worden bij de het Meldpunt burnpits vertrouwelijk behandeld. Daarom doet het Meldpunt burnpits Defensie geen mededelingen over de identiteit van de melders.

 

Juridische bijstand

Binnen het meldpunt burnpits is het mogelijk om juridische bijstand te krijgen. Door het collectief kunnen de kosten hiervan worden beperkt. Maar het Meldpunt burnpits gaat verder, waar anderen stoppen. Het Meldpunt burnpits werkt actief aan verandering van wet- en regelgeving. Bijvoorbeeld door het verlangen van het recht op periodiek geneeskundig onderzoek en monitoring bij een zorginstelling naar keuze voor rekening van Defensie. Dat zou volgens ons voor alle veteranen moeten gelden. Wij onderscheiden ons met de lobby om regelgeving aan te passen van andere (rechts)hulpverleners. Als lid van het collectief profiteert u daarvan.

0

Het dossier: Dubbele hoeveelheid chroom (VI) in high solid primer

Niet minder, maar méér chroom-6. Defensie heeft een verf voor defensiematerieel vervangen voor een verf met twee keer zoveel van de kankerverwekkende stof. En dat terwijl ze officieel chroom-6 moet uitbannen. Naar de zorgen en klachten van het personeel wordt niet geluisterd. De grote vraag is waarom verf met deze kankerverwekkende stof nog altijd wordt gebruikt door het Nederlandse leger. Zo heeft België al in 2014 besloten te stoppen met het gebruik van verf met chroom-6. Zij gebruiken dus wél een chroomvrij alternatief.


De documenten (wordt nog aangevuld)

4 maart 1998: TNO: Onderzoek naar mechanische en corrosiewerende eigenschappen van chromaatvrije primers voor aluminium en staal. TNO voert een onderzoek uit in opdracht van Defensie naar chloorvrije vervangers. TNO komt tot de conclusie dat chromaatvrije primers, toegepast op aluminium ongeveer gelijk presteren als chroomhoudende primers. Bij toepassing op staal blijven de chroomvrije primers gemiddeld wat achter bij chroomhoudende primers.

4 maart 2000: Bedrijfsvoeringsproblemen bij het gebruik van chromaatvrije primer bij de F-16. Door de vliegbasis Twenthe wordt afgeraden om de chroom VI vrije primer te gebruiken op de F-16. Bij de F-16 zouden aan de vliegtuigbuitenzijde structurele delen aanwezig zijn die bij corrosieschade de vliegveiligheid en operationele inzetbaarheid verminderen.

11 februari 2016Werkgroep chroom VI op de werkplek (11e vergadering). Tijdens dit overleg wordt gesproken over het aanbrengen van chroom (VI) vrije coating op de C-130. Noorwegen en België hebben dat dan al gedaan.

10 maart 2016CLSK ambitie Chroom VI vrije coatingsystemen. Gesteld wordt om niet te wachten op marktpartijen (OEM), maar zelf het voortouw te nemen.

28 november 2016Nota – Chroom VI problematiek. De high solid primer bevat minder oplosmiddelen met als gevolg dat het percentage chroom VI toeneemt. Dit percentage zou volgens het CEAG stijgen van 16 naar 30%. Opgemerkt wordt dat theoretisch met een dunnere laag kan worden volstaan, om daarmee het aangebrachte percentage chroom VI gelijk te houden.

1 maart 2017Plan van aanpak verlaging grenswaarde chroom-6. Met ingang van 1 maart 2017 wordt een nieuwe, verlaagde grenswaarde voor chroom-6 van kracht. Werkgevers, en dus ook het Ministerie van Defensie, dienen een plan van aanpak te hebben om duidelijk te maken op welke termijn en hoe zal worden voldaan aan de nieuwe wettelijke grenswaarde.

27 maart 201816e vergadering chroom VI op de werkplek. Tijdens deze vergadering wordt een stand van zaken van chroom VI bij de Luchtmacht (CLSK) besproken naar aanleiding van de staatssecretaris. In dit plan worden de conclusies getrokken dat nagenoeg alle vliegtuigtypen nog zijn voorzien van chroom-6 houdende coatings, dat concrete inspanning voor de werknemer in de praktijk niet zichtbaar is en dat er tot dusver niet veel resultaat wordt geboekt met het vervangen van chroom-6.

31 mei 2018ADR rapport: Implementatie verlaagde grenswaarde chroom-6. In dit rapport wordt duidelijk dat er geen plan is voor vervanging van chroom-6 houdend materieel en dat er stagnatie is in de maatregelen om met chroom-6 te kunnen werken. Knelpunten resulteren niet in vervolgacties en er is onvoldoende prioriteit bij lijnmanagement. Verder functioneert de governance niet adequaat.

 

 

 

0

Het dossier: chroom-6 in 155mm granaten (PZH2000)

Tijdens levensverlengend onderzoek aan de 155mm granaat kwam schuurstof vrij. Na onderzoek bleek er de schuurstof chroom VI te bevatten. Door Defensie is geconstateerd dat bij regulier gebruik respirabele (inhaleerbare) chroom VI deeltjes vrijkomen in de bedieningsruimte van de PZH2000.

 

De documenten over chroom VI in 155mm granaten

11 december 2017: Bij het uitvoeren van Levensduur Verlengend Onderzoek (LVO) aan 155mm granaten, is schuurstof vrijgekomen. De medewerkers die de trilproef uitvoerden wilden weten of zich in de schuurstof chroom VI bevond.

22 december 2017: In de schuurstof blijkt chroom VI te zijn aangetroffen. Het betrof in dit geval rookgranaten met lotnummer SIL 81-3. Deze granaten zijn bijvoorbeeld tijdens een recente oefening (Varpalota Challenge) in 2016 gebruikt. Geconstateerd wordt dat ook andere typen chroom VI kunnen bevatten. Alle LOT nummers van voor 1 januari 1992 worden als verdacht aangemerkt.

10 januari 2018: In dit memo worden degenen die in aanraking zijn geweest met het type en LOT nummer SIL81-3, bijvoorbeeld tijdens schietoefeningen of transport, aangeraden een formulier Dfe 050a in te vullen en in te leveren bij de personeelsfunctionaris. Verder worden veiligheidsmaatregelen geadviseerd over de wijze waarop blootstelling kan worden voorkomen.

2 maart 2018: Tijdens regulier gebruik is het mogelijk dat respirabele (inhaleerbare) chroom VI vrijkomt in de bedieningsruimte van de PZH2000. Ook tijdens regulier onderhoud is er risico voor blootstelling. Geadviseerd wordt om onderzoek uit te voeren naar de blootstelling.

 

De foto van de 155mm (rook)granaten

De foto is een uitsnede van een promotiefoto van Defensie van de Varpalota Challenge (oefening) in 2016. De foto wordt gebruikt voor promotie van VustCo en werkenbijdefensie. Saillant genoeg staat uitgerekend de chroom VI houdende rookgranaat op de foto.

Hongarije, 26 januari 2016, Varpalota Challenge, PHZ2000.

 

0

Vrees voor gifbesmetting chroom-6 bij afvuren granaat houwitser

Defensie houdt er rekening mee dat het uiterst giftige chroom-6 vrijkomt bij het afvuren van granaten van 155 mm houwitser PanzerHaubitze 2000. Dat blijkt uit interne defensie-stukken die de Drentse jurist Ferre van de Nadort in zijn bezit kreeg via een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (WOB).

Bron: Dagblad van het Noorden, door: Bart Olmer. Foto: AudioVisuele Dienst Defensie.

De vrees staat verwoord in de nota ‘Onderzoek mogelijk vrijkomen Chroom 6 van munitie tijdens regulier gebruik PZH2000’. De afkorting staat voor het rijdende artilleriestuk PanzerHaubitze 2000. Deze pantserhouwitsers kosten 7,8 miljoen euro per stuk. Elk schot kost tussen de twee- en drieduizend euro. De artilleriestukken zijn ingezet in Afghanistan in 2006. Een schot kan maximaal 56 kilometer overbruggen.

 

Bemanning loopt mogelijk gevaar

Volgens het interne stuk loopt de bemanning in de geschutskoepel mogelijk ernstig gezondheidsrisico: „Tijdens het reguliere gebruik van deze 155 mm granaten in de PZH2000 is het mogelijk dat er ‘respirabele’ (inhaleerbare) chroom-6-fracties vrijkomen in de bedieningsruimte”, aldus de waarschuwingsbrief.

Indien dit het geval is, dan lopen de medewerkers in die bedieningsruimte risico op besmetting met chroom-6”, aldus de verontrustende brief aan de commandant van het Vuursteuncommando, waar de houwitsers in gebruik zijn. „Tevens lopen de medewerkers mogelijk een risico op besmetting tijdens het reguliere onderhoud tijdens en na het gebruik van het wapensysteem”, aldus de defensie-veiligheidsadviseur.

 

Advies: onderzoek het

Geadviseerd wordt „te onderzoeken tijdens een gesimuleerde praktijksituatie onder beheerste omstandigheden of er inhaleerbare chroom-6 deeltjes vrijkomen die een risico vormen voor de bedienaars tijdens het reguliere gebruik en tijdens onderhoud.” Bij dit onderzoek zou het Coördinatiecentrum Expertise Arbo en Gezondheid (CEAG) moeten worden betrokken.

Chroom-6 werd eind vorig jaar ook aan aangetroffen in de coating van de 155 mm rookgranaten die worden afgevuurd met het geschut. Dat was aanleiding voor het Defensie Munitiebedrijf (DMunB) om een onderzoek te starten naar de mogelijke aanwezigheid van Chroom 6 houdende coatings op alle overige gecoate munitieartikelen en hun verpakkingen.

 

Chroom-6 kankerverwekkend

Chroom-6 is kankerverwekkend en kan erfelijke genetische schade toebrengen. Volgens onderzoek kan blootstelling aan de stof leiden tot longkanker, neus- en neusbijholtekanker, astma, maagkanker en chronische longaandoeningen.

Tussen de twee- en drieduizend defensiemedewerkers zijn op onderhoudslokaties in Brunssum, Eygelshoven, Vriezenveen, Coevorden en Ter Apel blootgesteld aan chroom-6 bij het onderhoud aan voertuigen die met chroomhoudende verf waren behandeld tegen roestvorming. Sommige oud-medewerkers zijn hierdoor ernstig ziek geworden.

Jurist Ferre van de Nadort: „Als jonge militair heb je nog een leven voor je en wil je misschien ook wel kinderen. Ik vind het onbegrijpelijk dat Defensie haar personeel is blijven blootstellen aan chroom-6, terwijl de gevaren bekend zijn. Op Defensie rustte de plicht om vooraf vast te stellen of er (inhaleerbare) chroom-6 in de cabines van de Houwitsers kwam. Dat de betreffende granaten al sinds 1992 in gebruik blijken te zijn, maakt dat niet anders.

Defensie kon niet direct reageren. Een woordvoerder hoopt dinsdag alsnog een reactie te kunnen geven.

0

Staatssecretaris informeert Kamer over Chroom-6-onderzoek

Staatssecretaris Barbara Visser heeft vandaag de Tweede Kamer geïnformeerd over de resultaten van het Chroom-6 onderzoek van het Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het onderzoeksinstituut heeft op verzoek van Defensie een historisch onderzoek gedaan naar het gebruik van Chroom-6 op POMS-locaties (prepositioned organizational material storage). Het onderzoek betreft de periode waarin op de POMS-locaties is gewerkt tussen 1984 en 2006.

Een zogenoemde paritaire commissie zorgde voor onafhankelijke begeleiding van het RIVM onderzoek. Die bestond onder andere uit vertegenwoordigers van de vakbonden, Defensie en een onafhankelijke wetenschappelijk expert onder voorzitterschap van de heer R.L. Vreeman. In de vandaag verstuurde Kamerbrief gaat de staatssecretaris in op de conclusies van het RIVM onderzoek en de aanbevelingen van de paritaire commissie.

Conclusies RIVM-onderzoek

Het onderzoek concludeert dat (oud-)defensiemedewerkers op de 5 POMS-locaties zijn blootgesteld aan chroom-6. De mate van blootstelling varieert per functie. De mogelijke gezondheidseffecten van blootstelling zijn divers. Het varieert van kankervormen tot allergieën en chronische longziektes. Doordat de meeste van de ziekten ook andere oorzaken kunnen hebben, kan in veel gevallen niet met zekerheid worden vastgesteld dat deze ziekten bij (oud-) medewerkers het gevolg zijn van blootstelling aan chroom-6 op de POMS-locaties. De kans op het optreden van een ziekte neemt in de regel echter toe als de blootstelling aan chroom-6 intenser was en/of langer duurde.

Daarnaast concludeert het onderzoeksinstituut dat Defensie in het verleden verzuimde om (oud-) medewerkers voldoende te informeren over de risico’s van het werken met Chroom-6. Het ontbrak tevens tot medio jaren 90 aan maatregelen om veilig te kunnen werken met chroom-6. Visser: ‘‘Het is nu duidelijk dat Defensie in het verleden verzuimde om deze (oud-)collega’s voldoende te beschermen en ook niet als werkgever heeft voldaan aan haar zorgplicht. Dit betreur ik ten zeerste en bied ik mijn excuses voor aan. De tijd kan ik niet terugdraaien maar Defensie zal, zoals vanaf het begin van het RIVM-onderzoek is aangegeven, zijn verantwoordelijkheid nemen en onze (oud-)collega’s nazorg blijven bieden waar nodig.’

Aanbevelingen

De paritaire commissie heeft op basis van het RIVM onderzoek 4 aanbevelingen gedaan. Aan de 1e is inmiddels voldaan. Defensie heeft in overleg met de bonden een regeling opgesteld voor de (oud-) medewerkers van de POMS-locaties die ziek zijn geworden door het werken met chroom-6 of hun nabestaanden. Visser: “Ik zie toe op een goede, toegankelijke en soepel verlopende uitvoering van de regeling. Daarbij ben ik mij volledig bewust van het feit dat geen enkele financiële uitkering het leed, de onzekerheid en het verdriet bij betrokkenen, familieleden of nabestaanden kan wegnemen.’’

De 2e aanbeveling heeft betrekking op de nazorg voor de betrokkenen. Visser weet dat er bij hen veel leed en verdriet is. “Ik acht het van groot belang om de nazorg goed in te vullen en te organiseren. De nazorg en ondersteuning die nu al wordt geboden wordt gehandhaafd en indien gewenst aangepast.”

Preventie

De 3e aanbeveling richt zich op preventie. De ontwikkelingen binnen Defensie op het gebied van veiligheid sluiten hier op aan. Recentelijk is het plan van aanpak ‘Een veilige defensieorganisatie’ gepresenteerd. Met 40 concrete maatregelen wordt de veilige werkomgeving bij Defensie versterkt. Recentelijk is er onderzocht of er veilig wordt gewerkt met chroom-6. Uit deze onderzoeken blijk dat er afdoende maatregelen worden genomen om veilig te werken met chroom-6. Het aanpakken van de meer structurele maatregelen, zoals bijvoorbeeld het plaatsen van state-of-the-art spuitcabines, heeft de volle aandacht maar vergt helaas meer tijd. De verbeteracties hiervoor zijn al opgestart.

De laatste aanbeveling gaat over de aanvullende onderzoeken naar het gebruik van chroom-6 op andere defensielocaties en het gebruik van CARC (Chemical Agent Resistant Coating) op POMS-locaties. Deze onderzoeken worden momenteel opgestart en zullen onder inhoudelijke aansturing door de paritaire commissie door het RIVM worden uitgevoerd.

 

Aanleiding

In de loop van 2014 bleek sprake van een toenemend aantal meldingen van gezondheidsklachten bij (oud-)medewerkers die op POMS-locaties hebben gewerkt. Hierop besloot toenmalig minister Jeanine Hennis-Plasschaert in maart 2015 tot een onderzoek. Dit is uitgevoerd door het RIVM (coördinatie), de Universiteit Utrecht, TNO en de Maastricht University.

0

Chroom 6: doorzoek de documenten

Het was maar liefst drie jaar wachten op het rapport van het RIVM, maar eindelijk was het dan zo ver. En het oordeel was niet mild: Defensie heeft decennia lang verzuimd om haar werknemers te beschermen tegen blootstelling aan Chroom VI, terwijl de schadelijkheid daarvan bekend was. Al snel komen er berichten over een ‘coulanceregeling’ voor diegenen die aannemelijk kunnen maken dat zij zijn blootgesteld aan chroom VI én dat zij een aandoening hebben die verband houdt met die blootstelling. Dát is dus het addertje. Want hoe toon je dat aan en hoe vind je de weg in de op “onhandige wijze” door Defensie openbaar gemaakte documenten?

Door het RIVM wordt geschreven: “Bij het Defensiepersoneel dat werkzaam was in technische onderhoudsfuncties was er sprake van blootstelling aan chroom-6 die de volgende ziekten kan hebben veroorzaakt: longkanker, neus- en neusbijholtekanker, maagkanker, chroom-6-gerelateerde allergisch contacteczeem, allergische astma en allergische rhinitis, chronische longziekten en perforatie van het neustussenschot door chroomzweren. Doordat de meeste van deze ziekten ook andere oorzaken kunnen hebben, kan in veel gevallen niet met zekerheid worden vastgesteld dat deze ziekten bij oud-werknemers het gevolg zijn van blootstelling aan chroom-6 op de POMS-locaties. (…) Het chroom-6 waaraan Defensiepersoneel in de periode 1984-2006 heeft blootgestaan, kan nu niet meer worden aangetoond in het lichaam. Chroom-6 wordt namelijk in het lichaam omgezet in chroom-3 en vervolgens uitgescheiden.

Juist ja: ondanks dat een militair kan aantonen dat er blootstelling is geweest en je een aandoening hebt die door chroom VI kan zijn veroorzaakt, dan nog “kan in veel gevallen niet meer met zekerheid worden vastgesteld dat deze ziekten bij oud-medewerkers het gevolg zijn van blootstelling aan chroom-6”. Ongetwijfeld zal het in de drie jaar dat het RIVM over het onderzoek heeft gedaan voor een groot aantal medewerkers onmogelijk zijn geworden om een verband met chroom VI aannemelijk te maken.

Het aantonen van een blootstelling en oorzaak kan dus problematisch zijn. Daar komt nog bij dat Defensie de documenten “openbaar” heeft gemaakt op een wijze waarop de documenten niet door Google gevonden kunnen worden en ook niet doorzoekbaar zijn. Ik heb de chroom vi documenten voor Google vindbaar en doorzoekbaar gemaakt.

Of klik op deze link om alle documenten te bekijken.

Robin Hood in Beilen

Ferre van de Nadort werkt in Beilen als bedrijfsjurist vanuit het kleine voormalig NS-stationsgebouw aan grote zaken. Een deel van de week werkt hij voor nop, voor mensen die in de verdrukking zitten in spraakmakende zaken. ,,Ik ben niet money-driven.’’

Het valt direct op, de prachtige uitvergrote foto tegen de wand achter zijn bureau, van een Afghaans meisje, met op de achtergrond vaag silhouetten van militairen. Het individuele meisje staat centraal, niet de patrouillerende militairen. Ze kijkt elk bezoek recht in de ziel. De foto staat symbool voor de keuze die de jurist – ,,zeg maar Ferre” – heeft gemaakt: altijd de kant kiezen van het individu.

De foto kreeg hij van Rinze Klein, een voormalig defensiefotograaf, die hij bijstaat in een zaak tegen Defensie vanwege zijn posttraumatische-stressstoornis (PTSS). De combat-fotograaf raakte psychisch verstrikt in de afschuwelijke beelden die hij niet meer van zijn netvlies kreeg na tien jaar in de frontlinies. De uitvergroting – op de gang hangt er nog eentje, óók met kinderen – was zijn manier om Van de Nadort te bedanken voor zijn juridische hulp. Mede door Van de Nadort klom hij uit het moeras.

De jurist huurt het voormalig NS-gebouwtje in Beilen. Uiterlijk lijkt zijn kantoor nog altijd een kaartjesbalie. Niet verwonderlijk dus dat het gesprek wordt onderbroken door een reiziger die binnen loopt en vraagt of hij er een kaartje kan kopen. De treinreiziger heeft het rode bedrijfslogo gemist van Van de Nadort ondernemingsrecht & bedrijfsrecht op het voormalige stationsgebouw, waar nog altijd het blauwwitte NS-logo op prijkt.

 

PERSOONLIJKE ONTWIKKELING

Het is maandagochtend, binnen hangt nog de hitte van het tropische weekeinde. Dit is het domein van Ferre van de Nadort, landelijk bekend vanwege een aantal zeer spraakmakende zaken, waarmee hij geregeld de krantenkolommen haalt en aanschuift bij tv-programma’s.

Dat zijn zaken waarvoor hij cliënten geen stuiver vraagt. Van de Nadort is voor alles bedrijfsjurist. Kan erg goed contracten opstellen en uitonderhandelen, zegt-ie zelf. Hijzelf is er erg bescheiden over, maar de contracten waarover hij onderhandelt zijn bijvoorbeeld over grote infrastructurele projecten, waarmee duizelingwekkende bedragen zijn gemoeid. „Maar die moet je niet noemen, hé.” Sterker, hij is er zó goed in, en zijn klanten dermate tevreden, dat hij het zich kan permitteren een deel van de week zich in te zetten voor mensen die finaal in de knel zitten. Gratis. Zoals voor Drentse en Groningse provincieambtenaren die kapot werden gemaakt door falend onderzoek door een particulier recherchebureau, voor klokkenluiders of mensen met posttraumatische-stressstoornisklachten door hun werk bij defensie of politie.

Die keuze – om een deel van de week te werken voor cliënten die geen rekening krijgen – is het resultaat van de persoonlijke ontwikkeling van Ferre van de Nadort, die startte als luchtmacht-beroepsofficier bij Hawk-luchtafweerrakketten, rechten ging studeren in zijn eigen tijd bij de Open Universiteit, en daarna aan de slag ging als jurist bij de stafgroep Juridische Zaken van de luchtmacht.

Op die Haagse afdeling – kloppend hart voor het maken van keuzes in militaire missies in het buitenland – maakte hij een radicale keuze in zijn leven. Voor het individu. We maken de afspraak dat we dáárover spreken in zijn kantoor. Een keertje niet de spraakmakende dossiers centraal, die wel op de grond slingeren in zijn kantoor, maar de man erachter. Na het gesprek belt hij nog een keertje terug: ,,Over dossiers praten is veel gemakkelijker”, erkent hij.

Van de Nadort zit jarenlang bij de 3e Groep Geleide Wapens (3 GGW), gestationeerd op een legerkamp bij het Duitse stadje Blomberg, maar feitelijk is hij bijna constant op pad met zijn crew en hun Hawk-luchtafweersysteem. Waar precies hij al die jaren is geweest met die raketten, mag hij nog altijd niet zeggen. ,,Dat is verboden terrein.”

De crewcollega’s zijn allemaal slimme jongens, die elkaar bij de voornaam aanspreken, een hechte groep vormen en arrogante praatjes onderling niet dulden. In het laatste jaar leert hij zijn huidige echtgenote kennen. ,,Elke dag stuurde ik een kaartje naar huis, dat ik er eigenlijk geen zin meer in had, altijd van huis zijn. Ik zag ook geen persoonlijke ontwikkeling in die functie.”

 

BUL

In 1996 besluit hij te gaan studeren, bedrijfsrecht, aan de Open Universiteit. Na vijf jaar haalt hij zijn bul. Defensie vraagt hem ook internationaal humanitair oorlogsrecht te studeren. Hij studeert af op ‘robotic warfare’. Als defensiejurist werkt hij aanvankelijk voor de behandeling van bezwaar- en beroepsschriften. In december 1998 stroomt hij door naar de afdeling Juridische Zaken, waar hij kapitein wordt. ,,Als je ambities hebt, is dit het hoogste doel binnen de luchtmacht, de afdeling die zich bezig houdt met de operationele inzet en de juridische aspecten”, zegt Van de Nadort.

Als defensiejurist focust hij zich eerst op letselschadezaken, dossiers die niet bepaald populair zijn onder collega’s die zich liever buigen over operationeel recht, maar hem juist de kans bieden ‘een eigen huisje te hebben met een hoop vrijheid’. Posttraumatische stressstoornis (PTSS) is dan nog een onbekende term. Vaag dringen berichten door over aandoeningen bij militairen die dan nog het Cambodja Klachten Syndroom worden genoemd. Pas in 2001 wordt PTSS voor het eerst genoemd in een letselschadedossier. Van de Nadort wordt specialist. Die zaken blijft hij jarenlang doen, zelfs nadat hij is afgezwaaid.

Zijn positie op Juridische Zaken wordt onhoudbaar in 2003, als de Nederlandse politiek akkoord gaat met het Nederlandse aandeel in de Stabilisation Force Iraq; meer dan 7.700 Nederlandse militairen worden naar Irak gestuurd om de vrede te beschermen.

Van de Nadort zit in het epicentrum van de voorbereiding op die missie. ,,Voor mij werd duidelijk dat we een ‘peace-keeping-operatie’ maakten van Irak, terwijl het daar allerminst vrede was. Dat is mijn Waterloo geweest bij Defensie. Je moet je voorstellen: ik begin er ‘s ochtends aan de koffietafel over met de collega-juristen die niet letterlijk weglopen, maar er ook niets van willen horen. Ik merkte: verboden terrein, om vraagtekens te zetten. Politiek is geen issue, defensie is een uitvoerende organisatie, dus doen we het.’’

Van de Nadort is zwaar teleurgesteld over het kamerdebat voorafgaand aan de missie. ,,Ik kreeg sterk de indruk dat het debat er alleen was voor de dossiervorming: voor de vorm een soort protest. Maar in een kamerdebat verwacht je een zinvolle discussie over welk wespennest we ons hoofd insteken. Bush had gezegd: het is vrede, dus ging het alleen over welke middelen we zouden meegeven met de ‘vredesmissie’. Ik vond het niet kloppen, geloofde er niks van dat het er vrede was. Elke dag ontploften bermbommen, waren er aanslagen op militairen. Het kamerdebat was een toneelspel waarmee achteraf gezegd kon worden ‘we waren nimmer helemaal voorstander’.

En daar zit hij dan, met zijn gewetensnood, op dé afdeling waar de juridische kant van militaire missies van de luchtmacht worden voorbereid, waar keuzen worden gemaakt over de rules of engagement voor de militairen: de sectie operationeel recht bij de stafgroep juridische zaken van de Koninklijke Luchtmacht.

,,Ik vind dat je mensen geen oorlog moet aandoen, tenzij je echt niet anders kunt. Het is zo’n tegenspraak dat je vrede brengt door met een leger naar binnen te rossen.” Hij zucht: ,,Overal ter wereld willen mensen hun kinderen opvoeden, een stabiel bestaan, een boterhammetje verdienen. Dat is universeel, zelfs in Afrika waar je zou denken dat het compleet is losgeslagen. Hoe meer je aan dat bestaansrecht peutert, hoe erger het is. Als je ergens naar binnen walst met een vreemde mogendheid, weten de bewoners niet of ze over een paar dagen nog leven. Die vreemde militairen schieten op alles wat rondrent, dat geeft zo’n extreme onzekerheid, daar doe je mensen nooit goed mee.”

 

ZWAAIT AF

Hij kan er onmogelijk blijven. Hij stapt naar een leidinggevende, wetende dat hij daarmee zijn carrière beëindigt. ,,Dan kan je niet verder met elkaar; mijn functie was het voorbereiden van missies, dat is dan geblokkeerd.” Hij springt op van de tafel, en haalt uit de boekkast Just & Unjust Wars, een standaardwerk over de ethiek van oorlog voeren, waarbij de auteur in een herdruk nadrukkelijk verwijst naar de verkeerde keuze voor oorlog in Irak.

,,Begrijp me goed, ik vond een goede oorlogsfilm vroeger heel leuk. Maar als je ouder wordt, krijg je zicht op het persoonlijke leed dat mensen wordt aangedaan. Over oorlogen wordt amper gesproken op individueel niveau, het altijd over het collectief. Maar het zegt niks dat in de eerste maanden van de oorlog in Irak 125.000 burgers zijn omgekomen. Zo’n groot getal is bijna irrelevant. Het verdwijnt en wordt als het ware gebagatelliseerd. Het wordt pas tastbaar als je op individueel niveau gaat kijken. Al die mensen die zijn doodgegaan. Mensen zoals jij en ik, geen militairen. Alleen omdat je in Irak bent geboren. Wat doet het met mensen in Afghanistan dat wij er rondbanjeren? Het is makkelijk te zeggen dat het een strijd is tegen de Taliban, lekker stigmatiserend, een vorm van framing. Al die Afghanen staan echt niet achter de Taliban. Saddam was ook slecht, staat buiten kijf, maar waarom ga je die bevolking zo’n hoop ellende aandoen met een oorlog, terwijl ze helemaal niet achter zijn beleid staan? Er is geen Nederlandse missie geweest waarvan ik dacht dat het helemaal klopte, behalve Joegoslavië, alleen toen kregen onze militairen onvoldoende middelen.”

Hij heeft zijn buik vol van defensie. Hij zwaait af. Focust zich op bedrijfsrecht, eerst bij een kantoor, binnen een jaar met zijn eigen kantoor. ,,Lekker veilig, niet meer overspoeld worden door gepieker en gevoelens van onmacht.”

Als ‘PTSS-expert’ behandelt hij nog enkele oude dossiers, en lobbyt door het hele land voor aandacht voor PTSS. Toen daar voldoende maatschappelijk aandacht voor was, liet hij dat ook los. ,,Een tijdje alleen bedrijfsrecht, liep gewoon lekker, focussen op het ophouden van mijn eigen broek.”

Maar dan komt het eerste telefoontje. Heeft niets te maken met bedrijfsrecht. Maar wél met onrecht op individueel niveau. Van een buitendienstmedewerker van de provincie Drenthe, belast met de controle van fietspaden, die werd beschuldigd van fraude. ,,Ik betrapte me erop tijdens het telefoontje dat ik dacht: ‘nou, er zal wel wat aan de hand zijn’. Ik schrok van mezelf. Hoezo? Omdat een provincie dat roept? Als iedereen zo denkt, gaat zo iemand de vernieling in. Ik besloot die man te helpen.’’

Het wordt een verbijsterende rollercoaster van maar liefst acht dossiers: medewerkers van de provincies Drenthe, Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen die van fraude waren beschuldigd na schandalig slecht ‘integriteitsonderzoek’ van een particulier recherchebureau. Mensen die letterlijk aan de grond waren geraakt.

Bedrijfsjurist Van de Nadort bekommert zich om hen. Hij laat de werkgevers en het recherchebureau alle hoeken van de boksring zien. De eigenaresse van het omstreden recherchebureau wordt uiteindelijk ontslagen bij de politieacademie, waar ze ook nog eens bleek les te geven, terwijl dit wettelijk verboden is.

 

DAG IN DE WEEK

Hij besluit het structureel aan te pakken door zich één dag in de week te bekommeren om mensen die ‘onterecht ontslagen’ zijn, zoals hij ook de website doopt die hij speciaal daarvoor opricht. Zaken waarmee hij niets verdient, maar die hij kán doen vanwege zijn succesvolle praktijk bedrijfsrecht. ,,Als je het doet, moet je het goed doen”, herhaalt hij drie maal tijdens het gesprek.

,,Deze zaken zijn niet te winnen als je onder toevoeging (op kosten van de overheid, red.) werkt. In de sociale advocatuur werk je voor 100 euro per uur, maximaal 10 uur. Maar aan die zaak heb ik wel 400 à 500 uur besteed. Dus je moet er wel een money-maker naast hebben wil je dit goed doen. Ik heb er serieus minder door verdiend dat jaar. Als je puur commercieel opereert, niks mis mee, dan kan je gaan voor winstmaximalisatie. Maar als je nadenkt over wat je met je leven wilt, kan je ook denken: ik heb genoeg. Ook voor mijn vrouw was dat geen issue. Zij weet dat ik altijd bezig ben met goed en slecht, net zoals ik bij defensie piekerde of zaken wel klopten. Dit is constructief. Daarom voel ik ook nooit een tegenslag in een dossier, dat maakt alleen maar strijdvaardiger.”

Sinds zijn allereerste tv-optreden, bij Brandpunt in 2014, over de ‘fietspadencontroleur’ krijgt hij dagelijks telefoontjes van mensen die radeloos zijn, en zijn hulp zoeken, maar hem eigenlijk niet kunnen betalen. ,,Op dit moment lopen er veel PTSS- en klokkenluiderszaken. Hoe ik kies? Hoofdregel is ‘als je iets doet, moet je het goed doen’. En no man left behind, niemand mag aan zijn lot worden overgelaten in onze maatschappij. Maar ik heb beperkingen in mijn eigen tijd. In beginsel moet ik altijd een boterham blijven verdienen. De bedrijfsrechtpraktijk is het belangrijkst.”

En hij zegt ook nee. ,,Ik krijg genoeg mensen met fantastische verhalen die niet te onderbouwen zijn. Zelfs als ik ze geloof, maar de onderbouwing ontbreekt, begin ik er niet aan. Je geeft anders mensen ook hoop, hè?! Ik wil mijn tijd nuttig besteden, en wil het leuk vinden. Soms moeten mensen hun verlies nemen. Ik had eens een man, van wie ik dacht: ga in vredesnaam psychologische hulp zoeken. Ik zei hem: ‘U heeft geen zaak, meneer, geef het een plek.’ Best hard, maar later belde zijn echtgenote en bedankte mij: ‘Fantastisch advies, nu kan hij eindelijk stoppen met die zaak’.”

,,Ik denk wel vaker dat iemand helemaal niet is gediend bij rechtshulp. Omdat ze dan 5, 6 jaar bezig zijn om hun gelijk te halen. Maar het pure gelijk is voor mij niet genoeg. Ik help als je financieel helemaal de vernieling in dreigt te draaien, als je leven op de kop staat, en je een reële zaak hebt. Het gebeurt vaak dat mensen vast zitten in een fixatie, een oneerlijkheid op de werkvloer, maar dat is niet mijn taak.”

,,Klokkenluider zijn alleen is niet genoeg voor gratis hulp. Ik heb mensen die finaal aan de grond zitten, een zwervend bestaan leiden. Met hen spreek ik nooit over geld. Er zijn er voor wie ik de proces-kosten zelfs heb betaald, omdat de zaak, de méns het waard was.”

Ook bij PTSS-dossiers bewaakt hij zijn grenzen. ,,We spreken altijd af dat we niet praten over wat er is gebeurd. Daar zijn zorgverleningstrajecten voor, en hulpverleners. Ik zou schade kunnen veroorzaken als ik mijn hulp niet beperk tot het juridische. O ja, je vroeg hoe ik kies…het moet ook een zaak zijn die ernstig genoeg is, en het moet een strijd zijn voor een goede zaak.” Hij tikt nog weer eens op de cover van het boek Just & Unjust Wars: ,,Het meest gemotiveerd zijn mensen als ze op de juiste manier vechten, met eerlijke middelen, waar ze moreel volledig vrede mee hebben, voor een juist doel. Dan kun je het lang volhouden.”

 

WANNABEES

Zijn nieuwste dossier kwam vorige week groot in NRC, over drie leden van de Groep Luchtmacht Reserve, getraumatiseerd door hun uitzending naar de internationale legerbasis in Kandahar. Gewone jongens – werkplanner, monteur, activiteitenbegeleider – die als vrijwilligers ineens belandden in Afghanistan. Waar de raketten hen letterlijk om de oren vlogen, en ze ook nog eens met de nek werden aangekeken door hun beroepscollega’s, die hen uitscholden voor ‘kutreservisten’ en ‘wannabees’. ,,In Nederland beseft men niet dat legerbasis Kandahar een stadje is met 26.000 militairen, waar op betonblokken de ‘tags’ staan van beruchte bendeleden uit New York. Niemand weet dat je daar ‘s nachts niet veilig bent als je in ‘verkeerde’ delen van de basis belandt.”

Zijn gratis werk gaat nu mee in de planning, soms wel 20, 30 uur per week. ,,Maar ja, ik heb ook op kosten van de samenleving mijn bul gehaald. Ik vind dat je een plicht hebt te doen waar de maatschappij het het meeste aan heeft.”

Hij had ook fabelachtig veel geld kunnen verdienen in het Amsterdamse zakendistrict De Zuidas. ,,Ja, had gekund, wil ik niet, geen leuke mensen, hè. Die sfeer staat mij niet aan.”

,,Ons werk is normaal gesproken erg money-driven: als je de hele week werkt moet je 60 uur declareren. De minimale declaratie-eenheid is eentiende uur. Dus wat zeggen ze tegen hun secretaresse? Alle telefoontjes opsparen, die bel ik wel terug tussen half vijf en vijf uur. Die gesprekken hou je dan ultra kort; twee minuten maximaal, en dan vijftien klanten achter elkaar bellen. Dan kan je in een half uurtje anderhalf uur declarabel draaien. Dat zijn de trucs. Als je in de auto naar een klant rijdt, bel je een andere klant. De ene bereken je reistijd, de andere beltijd. Ik zeg niet dat iedereen……”, hij schiet in de lach…., ,,nou…eigenlijk denk ik dat wél.”

,,Voor mij hoeft dat geld niet zo. Carrière hoef ik ook niet. Status is niet belangrijk, maakt me echt allemaal niets uit. Je moet alleen voldoende verdienen om een zinvolle rol te hebben. Er komt doorgaans een bult ellende op mijn cliënten af, het laatste dat ik wil is dat iemand met psychische klachten ook nog moet vrezen dat als hij de zaak wint al het geld naar Van de Nadort gaat. Never, nooit, gaat niet gebeuren! Ik vind wel dat mijn opponent uiteindelijk de factuur moet gaan betalen, want we zijn soms jaren verder. Maar je stopt er altijd veel, veel meer tijd in dan dat je vergoed krijgt.”

‘Gratis’ kent nuances. ,,Mensen die een goed inkomen hebben, kunnen ook wat betalen. Niet alles is voor niets. Wat écht gratis is, daar zit een strenge selectie op. Dan moet iemand misschien een paar maanden wachten voordat ik eraan begin. Er is een planning voor zaken die ik 100 procent voor nop doe. Daar zit op een gegeven moment een stop op. Het ene vat moet wel gevuld blijven.” Daarom zal hij de kosten immer proberen te verhalen op de tegenpartij, onder het mom ‘de vervuiler betaalt’.

Zijn gratis hulp zal nimmer ten koste gaan van zijn bedrijf. ,,Ik denk dat ik goed ben in het maken en onderhandelen van contracten. Als ik genoeg verdien, kan ik andere mensen helpen. Dat zijn communicerende vaten. Je kunt alleen een reddingsboei zijn als je zelf ook kunt drijven. Bedrijfsrecht vind ik superleuk, en die andere zaken vind ik belangrijk.”

0

ADR-rapport: Implementatie verlaagde grenswaarde chroom-6

In dit rapport wordt duidelijk dat er geen plan is voor vervanging van chroom-6 houdend materieel en dat er stagnatie is in de maatregelen om met chroom-6 te kunnen werken. Knelpunten resulteren niet in vervolgacties en er is onvoldoende prioriteit bij lijnmanagement. Verder functioneert de governance niet adequaat.

0

ADR-rapport: Implementatie verlaagde grenswaarde chroom-6

Geen categorie

In dit rapport wordt duidelijk dat er geen plan is voor vervanging van chroom-6 houdend materieel en dat er stagnatie is in de maatregelen om met chroom-6 te kunnen werken. Knelpunten resulteren niet in vervolgacties en er is onvoldoende prioriteit bij lijnmanagement. Verder functioneert de governance niet adequaat.

0

Bespoediging CLSK chroom-6 spuitcabines

1 2 3