16e vergadering chroom VI op de werkplek
Tijdens deze vergadering wordt een stand van zaken van chroom VI bij de Luchtmacht (CLSK) besproken naar aanleiding van de staatssecretaris. In dit plan worden de conclusies getrokken dat nagenoeg alle vliegtuigtypen nog zijn voorzien van chroom-6 houdende coatings, dat concrete inspanning voor de werknemer in de praktijk niet zichtbaar is en dat er tot dusver niet veel resultaat wordt geboekt met het vervangen van chroom-6.
Bestuurlijk niveau
De antwoorden op de vragen die op bestuurlijk niveau leven, zijn slechts betekenisvol na lezing van bovenstaande informatie.
Zijn we nu compliant?
Om een antwoord te kunnen geven op de compliancy-vraag dient helder te zijn wat het kader is. Stel dat de arbowet- -en regelgeving en het Defensie plan neerwaartse bijstelling chroom-6 van 2017 de kaders zijn.
Om kort te zijn, We zijn niet compliant. Want er wordt niet voldaan aan belangrijke bepalingen in wet- en regelgeving ten aanzien van het veilig werken met kankerverwekkende stoffen zoals chroom-6. Zo Zijn onze beheersmaatregelen niet volgens de stand der techniek – anders hoefden er geen spuitcabines te worden vervangen en zou het project vervanging gereedschappen bij Matlogco niet hoeven bestaan. Ook slaagt Defensie slaagt er niet in de beloofde PMO’s te verzorgen.
Er vindt weliswaar blootstellingsregistratie plaats, maar er is geen uniforme wijze vastgesteld welke gegevens precies moeten worden bijgehouden, met als gevolg dat ‘aard en mate’ niet of anders op zeer verschillende wijze worden geadministreerd, Daardoor is het niet mogelijk gevolgen van blootstelling op groepsniveau tijdig te identificeren.
Als het aankomt op het toepassen van de wettelijk voorgeschreven arbeidshygiënische strategie (dat door minister Hennis zo treffend omschreven werd als het ‘trappetje’), zitten we bij verschillende processen te Iaag. We zijn nauwelijks in staat de trap op te Iopen, hetgeen volgens de Arbowet wei verplicht is. Wei is het aannemelijk dat er geen blootstelling boven de grenswaarde plaatsvindt, de wet geeft echter aan dat een dergelijk aanpak niet volstaat. Op dit moment zijn we wei afhankelijk van Persoonlijke Beschermingsmiddelen; de laagste trede van de arbeidshygiënische strategie en goed ingerichte supervisie.
Zijn de RI&E’s nu wel actueel/is de nadere inventarisatie voor chroom-6 gereed?
De globale RI&E’s Zijn wei gereed. Dus er is in beeld waar risico’s bestaan met betrekking tot werken met chroom-6. Door de meeste LSK-onderdelen is stoffenmanager, het tier 1 IV-middel voor een eerste blootstellingsschatting, op basis van een risicobenadering ingevuld. Dit proces is zeker nog niet afgerond. LSK heeft het CEAG om een planning gevraagd voor de arbeidshygiënische beoordeling. De chroom-6 awareness in de organisatie is groter geworden. Het is wei duidelijk dat er door personeel en lokale Bedrijfsveiligheidsorganisaties kritischer wordt gekeken naar werkzaamheden en het komt dus voor dat men zich realiseert dat bij een bepaald proces toch chroom-6 houdend stof kan ontstaan. Ook hebben we met het plan verlaging Grenswaarde Cr6 wei een complete verzameling aandachtspunten.
Zijn/worden audits uitgevoerd op de werkwijze mbt chroom-6?
Dit wordt voor de Staatssecretaris een teleurstellend antwoord. Maar dit antwoord moet vooral gezien worden in het licht van het rapport Van Der Veer. De organisatie is dusdanig uitgekleed, dat oren en ogen zijn wegbezuinigd… Ondanks het ontbreken van planmatig uitgevoerde audits op elk niveau van de organisatie, slagen de bedrijfsveiligheidsorganisatie er toch in zich een beeld te vormen van de stand van zaken. Dit doen zij door informatie te combineren uit ongeplande audits, surveys, rapportages (ook externe) en observaties van bedrijfsveiligheidspersoneel, alsmede door het betrekken van personeel van de werkvloer bij verbeterprojecten.
Audits geven beeld over het in place hebben van procedures en over het voor handen hebben van materiële maatregelen. Waar het een minder goed beeld over geeft is de zachte kant van veiligheid. Chroom is een arbeidshygiënisch probleem, Waarvan het kenmerk is dat blootstelling pas op Iangere termijn gevolgen heeft. Niet goed toepassen van maatregelen leidt dus niet meteen tot gezondheidsklachten. Het is dus van belang bij dit soort problemen om consequent maatregelen te nemen (ook al merk je dus geen direct voordeel daarvan). Om die discipline te bereiken is supervisie nodig, en niet alleen op de werkvloer. Ook hoger in de Iijn is supervisie nodig. Daar is met audits moeilijk zicht op te krijgen. Veel van de recente voorvallen met chroom-6 bevatten als basisoorzaak een gebrek aan supervisie. Ook al omdat er geen beleidskader is over supervisie.
Voortgang PvA chroom-6:
Alle knelpunten uit het rapport van der Veer, die gelden voor Defensie als geheel, zijn ook van toepassing op een speerpuntdossier als chroom-6. Zoals gezegd in het rapport, is de bedrijfsveiIigheidsorganisatie binnen Defensie te klein en is het veiligheidsbewustzijn in de Iijn Iaag te noemen. Aan het dossier chroom-6 is bij LSK veel bedrijfsveiligheidscapaciteit toegekend, maar de traagheid waarmee actiepunten door andere afdelingen en defensieonderdelen wordt opgepakt, blijkt daarmee niet te compenseren.
Het punt is dat veel actiepunten eindeloos nagejaagd moeten worden met weinig personele capaciteit. Deze situatie is te vergelijken met simultaan schaken; de schaker komt maar af en toe bij hetzeifde bord terug en moet dan elke keer opnieuw bepalen wat de situatie is en een zet doen. Met teveel borden, gaan de afzonderlijk spellen erg traag.
Goede aanpak vereist goede afstemming tussen organisatiedelen. Maar omdat deze aliemaal omkomen in het werk kennen ze allemaal een andere prioriteit toe aan chroom-6-gerelateerde actiepunten. Voor elk interdisciplinair actiepunt bepaalt dus de zwakste schakel het tempo. Daarbij komt dat de defensieorganisatie onder druk van de jaren van bezuiniging een hele ingewikkeld verwervingssystematiek heeft gecreëerd om maar niet teveel geld uit te geven. Waarbij de verplichte Europese aanbesteding daar nog eens extra tijd aan toe voegt. Dat omslachtige systeem staat nu het snel implementeren van effectieve maatregelen in de weg.
Daarbij komt dat er nog veel na-effecten zijn van de Iaatste grote reorganisatie, die het chroom-6 dossier raken. Het invoeren van assortimentsgewijs werken (Waarbij in feite veel Iogistiek is geclusterd en gecentraliseerd) heeft er toe geleid dat hele afdelingen en veel personeel nieuwe taken moeten uitvoeren. De zogenaamde assortimentsmanagers zijn op het moment nog steeds bezig om delen van hun assortiment overgedragen te krijgen en hun bedrijfsvoering intern op orde te krijgen, terwijl de klanten al tijdenlang bestellingen proberen te plaatsen. Het chroom-6 dossier heeft meer dan eens als gidsdossier dienst gedaan om de assortimentsmanagers te laten bepalen wat nu precies hun rol is in de keten. Dat heeft natuurlijk wei voor gezorgd voor vertraging.
Voorbeelden:
– Het CEAG blijkt niet te kunnen voldoen aan de vraag naar PMO’s en het is zonnekiaar dat het wordt overvraagd met alle taken die voortvloeien uit het dossier chroom-6: uitvoeren periodieke metingen, ontwikkelen van bedrijfsmethodiek en ondersteunen bij de nadere inventarisatie gevaarlijke stoffen en het geven van adviezen.
– DMO is verantwoordelijk voor veel maatregelen aan de bron voor veel materieel (meest wapensystemen). Dat betekent in eerste instantie zorgen dat er geen chroom-6 zit in nieuw materieel. Maar ook zorgen dat actief wordt gezocht naar mogelijkheden om chroom-6 te vervangen bij bestaand materieei en bij gebruikte bedrijfsstoffen. Dit moet voorai bij vliegend materieei in nauw overleg met de Original Equipment Manufacturer (OEM). Er is vanuit CLSK veel moeite geciaan om DMO op dit gebied te activeren, maar tot dusver wordt niet veel resultaat geboekt op het vervangen van chroom-6. De onmogelijkheid om het voorkomen van chroom-6 (maar ook andere gevaarlijke stoffen) in materieel vast te leggen in een ICT-systeem zoals SAP maakt echter het operationaliseren van verkregen informatie of vervangingsmogelijkheden erg bewerkelijk. Ook projecten waarbij bij wijze van proef delen van een toestel worden voorzien van een experimentele chroom-6 vrije coating, komen maar zeer langzaam op gang.